Brexit

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Groot-Brittannië (in het oranje) aangegeven in de Europese Unie (blauw)
Een illustratie van Brexit; de Britse vlag scheurt zich af van de Europese vlag.

Met Brexit (spreek uit als Breksit) wordt het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie bedoeld. Het woord Brexit is een samenstelling van Brittain ((Groot-)Brittannië) en exit (uitgang/vertrek). Het is ook geïnspireerd op grexit. Dit was eerder de naam voor een mogelijk vertrek van Griekenland uit de eurozone.

De Brexit vond plaats op 31 januari 2020. Het was het gevolg van het Referendum in het Verenigd Koninkrijk over het lidmaatschap van de Europese Unie uit 2016, waarin 51,9% de Europese Unie wilde verlaten. De Brexit zorgde voor het aftreden van toenmalig premier David Cameron en de onderhandelingen zorgde voor het aftreden van premier Theresa May. Onder de voorstanders van de Brexit vallen o.a. Nigel Farage en Boris Johnson (die later premier werd). Onder tegenstanders vielen Cameron en May. De Brexit zorgde voor een verdeelde bevolking. Wat de gevolgen op de langere termijn zijn, is onduidelijk. Er zijn mensen die denken dat de Brexit zowel een goede zaak als een slechte zaak is.

Achtergrond

Britse lidmaatschap van de EU

Als je kijkt naar de geschiedenis van de Brexit, moet men eigenlijk helemaal teruggaan naar het begin van de Europese Unie. Na de Tweede Wereldoorlog hield de Britse premier Winston Churchill in 1946 een toespraak. In deze toespraak besprak hij de voordelen van een "verenigd Europa". Eén van de voordelen was dat er nooit meer oorlog zou zijn, aangezien alle landen bij dezelfde staat hoorde. Bij dit verenigde Europa hoorde grofweg alle landen die door nazi-Duitsland in de Tweede Wereldoorlog waren aangevallen, waaronder Italië, Frankrijk, de Benelux, Duitsland en een groot gedeelte van Oost-Europa. De neutrale landen, zoals Zwitserland, Spanje en Zweden, hoorden hier niet bij. Churchill was alleen niet duidelijk of het Verenigd Koninkrijk zich moest aansluiten bij dit verenigde Europa.

In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht, wat in 1958 werd omgezet in de Europese Economische Gemeenschap(EEG). Deze bestond uit zes landen; Italië, Frankrijk, Luxemburg, België, Nederland en West-Duitsland. Aanvankelijk wilde het Verenigd Koninkrijk kort na het ontstaan ook toetreden samen met Ierland, Noorwegen en Denemarken. De Franse president Charles de Gaulle was hier echter op tegen. De Gaulle was erg tegen de culturele invloed van de Verenigde Staten in Europa. Het toetreden van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Unie zouden de VS meer invloed geven op de cultuur in Europa, waarmee op den duur de Franse cultuur kon verdwijnen, volgens hem. Hoewel alle andere landen voorstemden, stemde Frankrijk tegen. Aangezien alle landen akkoord moesten gaan, mocht het VK niet toetreden. Noorwegen, Denemarken en Ierland waren economisch erg afhankelijk van het VK en traden daarom ook niet toe. Een paar landen richtten later de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) op in 1960, waar ook Portugal, Zwitserland, Zweden en Oostenrijk bij hoorden. De EVA was de tegenhanger van de EEG. Hoewel de EVA nog steeds bestaat - Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn lid - stapten veel landen uit de EVA om tot de EEG (later EU) toe te treden.

Het Verenigd Koninkrijk stapten in 1973 samen met Denemarken uit de EVA om samen met Ierland en Denemarken toe te treden tot de Europese Unie. Frankrijk had toentertijd een andere president en stemde niet meer tegen. Het idee was dat op den duur alle Europese landen verenigd werden in een handelsorganisatie, om een sterk blok te vormen tegenover de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie.

Brexit voor 2016

De uitslag van het referendum in 1975. De groene gebieden stemden om in de EU te blijven, terwijl de rode gebieden wegwilden.

Al in 1973 was er gedoe over het Brits lidmaatschap van de Europese Unie. In die tijd had het Verenigd Koninkrijk twee grote politieke partijen, de Labour Party and de Conservative Party. De Conversative Party, die toen regeerde, was toentertijd voor het Europese lidmaatschap. Volgens de partij zou een Brits lidmaatschap ervoor zorgen dat de economie zou opbloeien en het Verenigd Koninkrijk zou profiteren van de handel. De Labour Party, die toen in oppositie zat, was tegen het lidmaatschap. De EEG zou ervoor zorgen dat alleen grote bedrijven zouden profiteren, terwijl de gewone burger er niets van merkte. Een parlementslid van de Labour Party stelde voor om een referendum te houden in 1975. 67% van de Britten steunde toen het Britse lidmaatschap en dus bleef het VK lid van de Europese Economische Gemeenschap.

Na het referendum bleef de Labour Party tegen de Europese Economische Gemeenschap, terwijl de Conservative Party voor was. Dit veranderde in 1983. Toen premier Margaret Thatcher van de Conservative Party aan de macht kwam werd de koers van de Conservative Party meer kritisch. Thatcher vond dat het Verenigd Koninkrijk minder geld hoefde af te dragen aan de EEG, aangezien het minder subsidies voor de landbouw kreeg. Het VK was toentertijd na Ierland de armste staat van de EEG en profiteerde heel weinig van de EEG. Thatcher kreeg een korting, die nog steeds overeind staat. De Labour Party werd juist positiever over de EEG. Volgens de partij zou de EEG bijdragen aan een sociaal Europa. Een toespraak van de voorzitter van de Europese Commissie op dat moment, Jacques Delors, hielp hier enorm bij. Het werd duidelijk dat de partijen van standpunt waren gewisseld eind jaren negentig. Thatcher reageerde in het Britse parlement enorm fel op de plannen van de Europese Commissie voor het maken van een nieuwe gezamenlijke munt, de euro. Deze reactie zou hebben bijgedragen aan het aftreden van Thatcher enkele weken later.

Na de oprichting van de Europese Unie en de komst van de euro groeide de euroscepsis in het Verenigd Koninkrijk. Hoewel het VK de euro officieel niet hoeft in te voeren (via een speciaal verdrag), groeide de invloed van de Europese Unie wel. Vanaf 1993 werden er kleinere partijen opgericht die richtten op een campagne om uit de EU te stappen. Toen de Conservative Party in 2001 veel zetels verloor aan deze partijen, groeide ook de euroscepsis binnen deze partij. De UK Independence Party, een partij die zich richt op de Brexit, groeide hierdoor en behaalde bij de verkiezingen voor het Europees Parlement steeds meer zetels.

Politieke partijen

Politieke partij Standpunt Vergelijkbaar met Richting Europese fractie
Conservative Party "Voor lidmaatschap van de Europese Unie, maar tegen te veel macht van de EU in het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk moet zelf de macht blijven houden in eigen land." CDA/CD&V/N-VA Rechts-midden Europese Conservatieven en Hervormers
Labour Party "Voor lidmaatschap van de Europese Unie. De EU mag zich niet te veel bemoeien met het Verenigd Koninkrijk, maar bepaalde zaken kunnen beter geregeld worden door de Europese Unie." PvdA/Sp.a Links-midden Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten
Liberal Democrats "Het Verenigd Koninkrijk moet meer integreren in de Europese Unie, door bijvoorbeeld de pond te vervangen door de Euro. Wel moeten de nationale parlementen meer zeggenschap krijgen." D66/Open vld Midden Renew Europe (voorheen ALDE)
UK Independence Party "Het Verenigd Koninkrijk moet de Europese Unie verlaten, omdat het te veel macht heeft en te veel geld kost." PVV/Vlaams Belang Rechts Europa van Vrijheid en Directe Democratie (tegenwoordig niet vertegenwoordigt)
Scottish National Party (SNP; alleen in Schotland) "Het Verenigd Koninkrijk moet lid blijven van de Europese Unie. Schotland kan zich op deze manier afscheiden van het Verenigd Koninkrijk en eigen staat vormen binnen de EU." - Links De Groenen/Europese Vrije Alliantie
Plaid Cymru (alleen in Wales) "Het Verenigd Koninkrijk moet lid blijven van de Europese Unie. Wales kan zich op deze manier afscheiden van het Verenigd Koninkrijk en eigen staat vormen binnen de EU." - Links De Groenen/Europese Vrije Alliantie
Green Party of England and Wales (GPEW; alleen in Engeland en Wales) "Het Verenigd Koninkrijk moet lid blijven van de Europese Unie, maar de Europese Unie moet hervormt en democratischer worden." GroenLinks/Groen Links De Groenen/Europese Vrije Alliantie
Ulster Unionist Party (UUP; alleen in Noord-Ierland) "Het Verenigd Koninkrijk moet lid blijven van de Europese Unie, maar de EU moet niet te veel macht krijgen in het VK." - Middenrechts Niet vertegenwoordigd
Democratic Unionist Party (DUP; alleen in Noord-Ierland) "Het Verenigd Koninkrijk moet de Europese Unie verlaten, om te voorkomen dat Noord-Ierland zich afscheid van het VK." - Rechts Europese Conservatieven en Hervormers (tegenwoordig niet-fractie gebonden)
Sinn Féin (alleen in Noord-Ierland) "Het Verenigd Koninkrijk moet lid blijven van de Europese Unie, zodat Noord-Ierland zich kan afscheiden en zich bij Ierland kan voegen." - Links Europees Unitair Links/Noords Groen Links

Het referendum

Waarom een referendum?

Zie referendum over het EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De Britse premier David Cameron kondigde het referendum af in 2015.

Nadat de UK Independence Party de grootste werd bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2014, kwamen in 2015 de verkiezingen voor het Brits parlement in aantocht. Toenmalig premier David Cameron stond met zijn partij, de Conservative Party, in de peilingen op verlies en zou veel zetels zijn verloren aan de UK Independence Party. De Conservative Party zat toentertijd in de regering samen (met Liberal Democrats) en was de grootste partij. In aanloop naar de verkiezingen beloofde Cameron een referendum over het Britse lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk. Veel aanhangers van de Brexit riepen om zo'n referendum; ook binnen de Conservative Party.

De Conservative Party werd inderdaad als grootste partij verkozen. Veel mensen, die aanvankelijk op de UK Independence Party zou stemmen, stemden op de Conservative Party. De Brexit is namelijk het belangrijkste punt voor de UK Independence Party en door een referendum over de Brexit af te kondigen, wist Cameron kiezers weg te halen bij de UK Independence Party. Deze partij kwam met slechts één zetel in het parlement.

Het idee achter de Brexit was dat Cameron de roep om een Brexit weer kon indutten. Na het referendum van 1975 verdween de Brexit als kwestie. Het idee was dat Cameron de Britse bevolking zou overtuigen van de goedheid van de EU en de Brexit werd verworpen. Hierdoor zou de UK Independence Party ook minder aandacht krijgen.

Verdeeldheid

Nu de Conservative Party als grootste werd verkozen, moest Cameron zijn referendum nakomen. Op 27 mei 2015 werd het referendum afgekondigd en vond op 23 juni 2016 plaats. Het referendum zorgde voor een enorme verdeeldheid binnen de Britse politiek. De Labour Party was samen met Liberal Democrats en een aantal kleinere linkse partijen tegenstander van de Brexit. Zij wilden dat het VK in de Europese Unie bleef en waren dus voor een Bremain (samenstelling van Britain en remain; blijven). Zij worden aangeduid als het Remain Camp of anti-Brexit in de Britse politiek. Aan de andere kant waren de UK Independence Party en kleinere rechtse partijen voorstander van de Brexit. Zij worden pro-Brexit of het Leave Camp genoemd.

Een kaart van de uitslag van het referendum. In het geel zie je de regio's die tegen het verlaten van de Europese Unie (Remain) stemden. In het blauw zie je de regio's die juist voor het verlaten van de EU stemden (Brexit).

Binnen de Conservative Party was afgesproken dat de partijleden zelf campagne mochten voeren, aangezien een deel van de partij voor en het andere deel tegen was. Onder de leden die voor waren vielen onder meer Boris Johnson en Michael Gove, terwijl premier David Cameron en Theresa May tegen waren. Dit vormde een splijting binnen de partij.

Uitslag

72% van de Britse bevolking ging uiteindelijk naar de stembus. De resultaten waren als volgt:

  • 51,9% stemde voor een uittrede uit de EU
  • 48,1% stemde tegen een uittrede uit de EU

Opvallend is dat in Schotland en Noord-Ierland de meeste Britten voor blijven stemden, terwijl in Engeland en Wales de meeste mensen voor vertrekken stemden.

Schotland ziet de Europese Unie namelijk als een mogelijkheid om later een zelfstandig land te worden en als belangrijke samenwerking. Twee jaar eerder, in 2014, hielden de Schotten een referendum over hun onafhankelijkheid. Schotland stemde toen om in het Verenigd Koninkrijk te blijven, onder meer of het onduidelijk was of Schotland nog wel lid mocht blijven van de Europese Unie. In Noord-Ierland speelde ook de vrede rol. In de jaren 70 en 80 was een oorlog tussen de katholieken en protestanten in Noord-Ierland, over het feit of Noord-Ierland bij het Verenigd Koninkrijk of Ierland hoorde. In het Goede Vrijdagakkoord werd besloten dat Noord-Ierland bij het Verenigd Koninkrijk bleef, maar de Ierse grens open bleef, zodat er geen harde grens was. Een eventueel uittrede uit de Europese Unie zou betekenen dat deze grens weer werd opgetrokken met een mogelijke oorlog als gevolg.

In Engeland en Wales werden veel arbeiders en gepensioneerden aangemoedigd voor de Brexit te stemmen door het Leave Camp, terwijl de meeste stemmers van het Remain Camp thuisbleven. Een uitzondering hierop vormden veel grote steden, zoals Londen. In september 2019 werd duidelijk dat de meerderheid voor de Brexit in Wales werd veroorzaakt door rijke Engelse gepensioneerden, die in Wales een huis hadden. Zouden deze niet gaan stemmen, zou Wales ook voor blijven hebben gestemd.

Direct na het referendum

Theresa May werd de nieuwe premier van het Verenigd Koninkrijk, nadat David Cameron het stokje neerlegde.

Cameron, Corbyn en Farage

Enkele uren na de uitslag van het referendum maakte premier David Cameron bekend te zullen aftreden, omdat hij niet meer geloofwaardig zou overkomen. Cameron zou uiteindelijk worden opgevolgd door Theresa May. Hoewel May tegen de Brexit was, stelde ze dat de uitslag van het referendum erg duidelijk was. Haar citaat Brexit means Brexit (Brexit betekent Brexit) werd een oneliner. Cameron trok zich helemaal terug uit de politiek.

Jeremy Corbyn, de leider van de Labour Party, kreeg binnen zijn partij kritiek, aangezien hij zich niet genoeg in zou hebben gezet in het Remain Camp. Een aantal Labour-leden gaven hem de schuld van de uitslag, aangezien Corbyn voor zijn partij geen document wilde ondertekenen om de immigratie te beperken. Immigratie vanuit Oost-Europese landen en illegale immigratie was één van de belangrijkste argumenten voor een Brexit. Corbyn kreeg een motie van wantrouwen van bijna de gehele fractie in het parlement, maar bleef toch aan. Volgen Corbyn was hij door de leden van Labour verkozen en niet door de parlementsleden. Hoewel Owen Smith zich kandidaat stelde, werd geoordeeld op 24 september 2016 dat Corbyn kon aanblijven.

Nigel Farage, de leider van de UK Independence Party, kondigde op 4 juli 2016 zijn pensioen aan. Volgens Farage was de Brexit nu bereikt en viel er voor hem niets meer te doen; de rest was simpelweg papierwerk.

Schotland en Noord-Ierland

Een protest tegen Brexit in Schotland. De EU was juist populair in Schotland. Dit was een van de redenen waarom Schotland in 2014 besloot om niet uit de EU te stappen.

De Schotse partij, de Scottish National Party (SNP), kondigde een nieuw onafhankelijkheidsreferendum aan. Volgens de SNP was de zaak rond de Schotse onafhankelijkheid nu veranderd. Als Schotland tijdens het onafhankelijkheidsreferendum in 2014 voor onafhankelijkheid had gestemd, zou het zijn EU-lidmaatschap hebben kwijtgeraakt. Het zou dan enkele jaren duren voordat Schotland weer kon toetreden tot de Europese Unie, wat veel Schotten als gedoe zagen. Nu het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zou stappen, zou Schotland toch zijn EU-lidmaatschap verliezen.

De Noord-Ierse partij, Sinn Féin, kondigde een Noord-Iers referendum aan over aansluiting bij Ierland. Volgens het Goedevrijdagakkoord uit 1998, dat een einde maakte aan de oorlog in Noord-Ierland, moesten beide staten lid blijven van de Europese Unie om ervoor te zorgen dat de grens open kon blijven. Hierdoor vormen Ierland en het Verenigd Koninkrijk ook een gemeenschappelijk douane-unie. Nu het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zou stappen, zou Noord-Ierland een harde grens krijgen met Ierland.

Tot nu toe zijn beide referenda nog niet gehouden en zijn er geen plannen om deze te houden, wel zijn beide partijen nog steeds voorstander van zulke referenda.

Tweede Brexit-referendum

Direct na de uitslag werd een petitie gestart voor een tweede Brexit-referendum. Zij waren van mening dat er bij het vorige referendum te weinig mensen gestemd hadden en er te weinig echte voorstanders waren van een vertrek uit de EU om de uitslag geldig te verklaren. Zij vonden dat er een nieuw referendum gehouden moest worden waaraan minstens 75% van de kiesgerechtigden moest meedoen en minimaal 60% van de kiezers voor of tegen gestemd moest hebben om de uitslag geldig te verklaren.

De Britse regering kwam met de officiële reactie, dat er geen tweede referendum zou worden gehouden, aangezien het eerste referendum duidelijk genoeg was.

Op weg naar een akkoord

Harde of zachte Brexit

Na het Brexit-referendum ontstond de vraag hoe er aan de Brexit vorm moest worden gegeven. In het referendum werd enkel gevraagd of het Verenigd Koninkrijk lid moest blijven en niet wat er moest gebeuren na een eventueel vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Door de maanden heen zijn de volgende mogelijkheden gevallen:

  • Zachte Brexit: Een Brexit waarbij het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie stapt, maar op de een of andere manier verbonden blijft met de Europese Unie. Dit kan worden vormgegeven op de volgende manieren:
    Een kaart van de Europese Economische Ruimte (EER). Noorwegen (groen) en Zwitserland (rood) zijn geen onderdeel van de Europese Unie, maar hebben wel veel voordelen (zoals vrij verkeer van personen, goederen en kapitaal).
    • Het Noorwegen-model: Het Noorwegen-model zou betekenen dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU stapt, maar onderdeel blijft van de Europese Economische Ruimte (EER). Dit zou betekenen dat de economie haast geen last zou hebben van de Brexit en bijna alle EU-inwoners in het Verenigd Koninkrijk kunnen blijven wonen, zonder ernstige gevolgen. Ook zou de grens tussen Ierland en Noord-Ierland open kunnen blijven. De naam is afgeleid van Noorwegen. Noorwegen is geen onderdeel van de EU, maar wel van de EER. Dit betekent dat Noorwegen vrije handel en vrij verkeer van personen heeft met andere EU-landen, net als IJsland en Liechtenstein. In deze situatie zou het Verenigd Koninkrijk niet meer zijn vertegenwoordigt in het Europees Parlement en daardoor een kleinere bijdrage moeten betalen. Nadelen zijn dat het Verenigd Koninkrijk afhankelijk wordt van de Europese Unie, geen eigen handelsdeals mag sluiten en zich aan de Europese wetgeving moet houden zonder hier inspraak op te hebben. Volgens critici zou dit model geen echte Brexit zijn.
    • Het Zwitserland-model of Noorwegen-model plus: Het Zwitserland-model zou betekenen dat het Verenigd Koninkrijk op de één of andere manier verbonden blijft met de Europese Unie, zonder onderdeel te zijn van de EER. Zwitserland is door middel van een reeks verdragen verbonden met de Europese Unie. Over bijna iedere Europese wet moet het Zwitserse parlement of de Zwitserse bevolking via een referendum instemmen, terwijl dit in Noorwegen direct wordt ondertekent en goedgekeurd. Het Verenigd Koninkrijk zou hierdoor net als Zwitserland om de tafel kunnen zitten om tot een besluit te komen. Dit model zou economisch voordelig zijn, maar is erg onpraktisch. Anno 2019 werd er tussen de EU en Zwitserland een verdrag opgesteld dat een einde moest maken aan deze situatie en moest zorgen voor een Noorwegen-model. Het is heel onwaarschijnlijk dat de Europese Unie ditzelfde met het Verenigd Koninkrijk wil doen. Tevens kan het maken van zo'n deal jaren duren; Zwitserland heeft er 17 jaar overgaan! Critici zien dezelfde nadelen als bij het Noorwegenmodel.
  • Brexit met verdrag: Deze vorm van Brexit houd in dat het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie stapt, maar een bepaald soort handelsakkoord sluit met de EU. In dit akkoord kunnen ook andere dingen worden opgenomen, zoals de status van Europeanen in het Verenigd Koninkrijk en Britten in de Europese Unie. Er zijn verschillende meningen over hoe ver dit verdrag precies moet gaan. Daarom is het per persoon afhankelijk of een Brexit met een verdrag wordt gezien als een harde of zachte Brexit.
  • Harde Brexit: Deze vorm van Brexit houdt in dat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat zonder akkoord of met een basisakkoord. Een harde Brexit betekent dat zo min mogelijk geregeld, of wat praktische zaken na. Het Verenigd Koninkrijk is niet meer of haast niet meer verbonden met de Europese Unie.
    • No-deal Brexit: Een speciale vorm van de harde Brexit, waarbij het Verenigd Koninkrijk geen akkoord sluit. Het Verenigd Koninkrijk zaagt als het ware de band met de EU abrupt door. Er is geen verdrag en dus niets geregeld. De handel valt terug op wat basisregeltjes van de Wereldhandelsorganisatie.

Het tekenen van artikel 50

Het verdrag van Lissabon uit 2007 voorziet een procedure om als lidstaat uit de Europese Unie te stappen. In de volksmond wordt deze procedure Artikel 50 genoemd, naar het nummer van deze procedure. Tot nu toe is het Verenigd Koninkrijk het enige land dat ooit Artikel 50 in werking heeft gesteld.

Na de het Brexit-referendum in 2016 drong de voorzitter van de Europese Commissie, de Luxemburger Jean-Claude Juncker, erop aan dat het VK zo snel mogelijk de procedure in werking zou stellen. De nieuwe premier Theresa May wilde eerst onderhandelingsteams opstellen en een aanpak bedenken voordat ze zou tekenen. May stelde David Davis aan als minister voor het vertrek uit de Europese Unie (de Brexit-minister). Davis zou de onderhandelingen leidden namens het Verenigd Koninkrijk met de Europese Unie. May wilde namelijk een bepaald soort verdrag samenstellen met de EU, zodat het Verenigd Koninkrijk geen economische schade zou oplopen. De Europese Unie zelf had twee onderhandelaars. Als eerste, was er de Fransman Michel Barnier, die de onderhandelingen deed namens de Europese Commissie, en als tweede, de Belg Guy Verhofstadt, die de onderhandelingen deed namens het Europees Parlement.

Op 8 februari 2017 keurde het Brits parlement het wetsvoorstel van Theresa May goed, waarmee Artikel 50 in werking werd gesteld. De brief waarin het Verenigd Koninkrijk officieel om de Brexit vroeg werd op 28 maart verstuurd en op 29 maart ontvangen door Donald Tusk, de voorzitter van de Europese Raad. Afgesproken was dat de Britse regering en de Europese Unie twee jaar zouden onderhandelen over een Brexit-akkoord. De Brexit werd daarom officieel gezet op 29 maart 2019, exact twee jaar nadat Tusk de brief had ontvangen.

Vervroegde verkiezingen

Theresa May bedacht om vervroegde verkiezingen uit te schrijven in april 2017, een maand nadat ze artikel 50 had getekend. Op 8 juni 2017 vonden deze verkiezingen. Het idee van May was dat de eurosceptische partijen en haar Conservative Party zouden winnen en daardoor sterker in de onderhandelingen zouden staan. Op dat moment had de Conservative Party al een absolute meerderheid in het parlement, maar er was veel kritiek op de manier waarop Brexit zou gaan plaatsvinden. Daarnaast waren de pro-Europese partijen van mening dat het volk was toegelogen. Nigel Farage, één van de voorvechters van de Brexit, zou een bedrag hebben genoemd wat het VK per dag kwijt is aan de Europese Unie, maar dit was verzonnen. Ook zou het Leave-camp met subsidie stemmen hebben gekocht.

Tijdens de verkiezingen verloor de Conservative Party haar absolute meerderheid, maar wist de grootste te blijven. De pro-Europese partijen, Labour Party en Liberal Democrats, wonnen juist stemmen. De UK Independence Party verdween uit het parlement, aangezien de Brexit (het belangrijkste punt van de partij) was bereikt. De Conservative Party besloot samen te werken met de Noord-Ierse partij de Democratic Unionist Party (DUP). De DUP is erg tegen de Europese Unie. Doordat de partij 10 zetels behaalde, had de Conservative Party net een meerderheid met slechts een paar zetels overlapping. De DUP zat niet in de regering, maar steunde alle voorstellen van de regering in ruil voor inspraak (gedoogsteun). Een voorwaarde van de partij was dat Noord-Ierland hoe dan ook onderdeel bleef van het Verenigd Koninkrijk en er geen speciale regelingen moesten gelden voor Noord-Ierland. De partij wilde voorkomen dat Noord-Ierland in de EU bleef, terwijl de rest van het VK eruit stapte.

Op de samenwerking tussen de Conservative Party en de DUP was veel kritiek. Door samen te werken met een Noord-Ierse partij zou één gebied meer zeggenschap krijgen dan de andere gebieden. Ook was er kritiek op de toekomst van Noord-Ierland. In de jaren 70 en 80 was er een conflict tussen de protestanten en katholieken in Noord-Ierland, dat met het Goede Vrijdragakkoord werd opgelost. Men was bang dat de partijen dit akkoord zouden schenden, aangezien de DUP nooit het akkoord heeft ondertekent.

Conceptakkoord

Op 13 november 2018 lag het conceptakkoord over de Brexit van de Britse regering klaar. Het akkoord moest eerst goedgekeurd worden door beide kamers van het Brits parlement en daarna door alle andere 27 lidstaten, voordat het akkoord ook echt een akkoord was. Het conceptakkoord betekende dat het Verenigd Koninkrijk onderdeel zou blijven van de douane-unie van de Europese Unie en vergelijkbare status zou krijgen als Zwitserland. De grens tussen Noord-Ierland en Ierland zou openblijven en er zouden geen grenscontroles op de grens plaatsvinden (de Ierse backstop). Het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de Europese Unie zouden onderhandelen voor een toekomstige oplossing, maar tot die tijd zou de Europese wetgeving blijven gelden in het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk zou tot 2020 blijven bijdragen aan de Europese begroting met 45 miljard euro per jaar.

Op 14 november 2018 meldde May dat binnen haar kabinet een akkoord werd gesloten. Zowel de pro-Europese als eurosceptische partijen reageren kritisch op het akkoord. De Labour Party wilde een hechtere band met de Europese Unie, terwijl de Liberal Democrats een tweede referendum wilden. De Conservative Party vond het akkoord juist niet te ver gaan en vond dat er niet naar de bevolking werd geluisterd. Vooral de aanhangers van een harde Brexit konden zich niet in het akkoord vinden. Toen May het eerder in de ambtswoning van de Britse premier bekend maakten stapten al twee ministers - de minister voor Buitenlandse Zaken (Boris Johnson) en Brexit (David Davis) - op. Na haar verklaring stapten ook de nieuwe minister voor Brexit (Dominic Raab), de minister van Werk en Transport (Esther McVey) en de onderminister voor Noord-Ierland (Shailesh Vara) op.

Niet alleen was het de vraag of het Britse parlement het akkoord goed zou keuren, ook was het de vraag of alle lidstaten het goed zouden keuren. Op 20 november werd bekend dat Spanje dreigde met een veto, aangezien het zich niet konden vinden in de passage over de toekomst van Gibraltar. Gibraltar is een klein gebied ten zuiden van Spanje dat van het Verenigd Koninkrijk is, maar Spanje maakt hier aanspraak op. Een week voor de stemming in het Brits Parlement over het akkoord, kwam Spanje over de brug, aangezien de andere EU-lidstaten zouden voorstemmen.

Op 4 december 2018 begon het debat tussen May en het parlement, wat vijf dagen zou duren. De overeenkomst zou op 11 december moeten worden goedgekeurd, aangezien May voor het einde van het jaar duidelijkheid wilde over de Brexit. Een groot deel van het parlement was niet tevreden met het akkoord en May leed diverse nederlagen. Op 10 december besloot ze de stemming over het debat uit te stellen voor een onbepaalde tijd. Ze wilde de onderhandelingen met de Europese Unie heropenen om een beter akkoord te bereiken over de backstop. De voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, wees dat meteen af, aangezien het Verenigd Koninkrijk volgens hem zijn kans gehad had om te onderhandelen. Op 17 december verplaatste May de stemming naar de derde week van januari. Ze wees een nieuw referendum af.

De Brexitdeal

Eerste en tweede stemming over Mays deal

In de avond van 15 januari 2019 werd voor de eerste keer over het conceptakkoord van May (Mays deal) gedebatteerd. Dit was hetzelfde akkoord als vóór het verschuiven van de datum.

Wetsvoorstel Voor Tegen Niet gestemd Aangenomen?
Conceptakkoord van May 202 432 16 Nee

Het akkoord werd een overweldigende meerderheid verworpen met een verschil van 230 stemmen. Dit betekende de grootste parlementaire nederlaag in de Britse politieke geschiedenis. Het aantal tegenstemmen verbrak het oude record uit 1924; toen was het verschil 166 stemmen. Van Mays eigen Conservative Party stemde bijna de helft tegen het akkoord.

De dag erna, 16 januari 2019, debatteerde het Brits parlement over een motie van wantrouwen tegen de regering Theresa May. Deze motie was ingediend door Jeremy Corbyn, de leider van de grootste opositiepartij (Labour Party).

Wetsvoorstel Voor Tegen Aangenomen?
Motie van wantrouwen tegen de Regering-May 306 325 Nee

De motie werd niet aangenomen en May en haar regering mochten aanblijven.

Op 29 januari 2019 werd over twee wetsvoorstellen gedebatteerd. Het eerste voorstel ging over de Noord-Ierse grens en was ingediend door Graham Brady van de Conservative Party. Het voorstel hield in dat het VK in overleg moest gaan met de EU over een andere oplossing van de Noord-Ierse grens. Het tweede wetsvoorstel ging over dat het VK niet uit de EU kun terugtreden zonder dat er een akkoord bereikt was.

Wetsvoorstel Voor Tegen Aangenomen?
Het VK moet met de EU een andere oplossing vinden voor de Noord-Ierse grenskwestie 432 202 Ja
Het VK kan niet uit de EU terugtreden zonder akkoord 318 310 Ja

De Europese Unie gaf na de stemming aan dat het nog steeds niet de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk wilde heropenen. Het Verenigd Koninkrijk kon wel besluiten de datum van vertrek uit te stellen, maar hierbij moesten alle EU-lidstaten mee instemmen.

Tussen januari en maart probeerde May een andere regeling te treffen over de Noord-Ierse grens. Volgens May was de huidige oplossing niet permanent en kon het Verenigd Koninkrijk zelf terug stappen. EU-voorzitter Juncker gaf aan dat er niets veranderd was aan de deal. Uiteindelijk gaf de juridisch adviseur van de Conservative Party, Geoffrey Cox, aan dat wat May zei helemaal niet klopte. Volgens Cox moest de oplossing voor de Noord-Ierse grens door beide partijen worden opgezegd. Op 12 maart 2019 volgde een stemming over het akkoord, dat nog steeds niet gewijzigd was.

Wetsvoorstel Voor Tegen Aangenomen?
Conceptakkoord van May (2e keer) 242 391 Nee

Doordat er niets gewijzigd was aan het verdrag en door de uitspraak van Cox, stemde veel parlementariërs tegen. Het verschil was weliswaar kleiner dan de vorige keer.

Uitstel van de Brexitdatum

Op 14 maart vroeg May aan de Europese Unie om de datum van de Brexit te verplaatsen. Deze was gepland op 29 maart, maar het Brits parlement kon het niet eens worden over een akkoord. Het verplaatsen van de datum zou haar de gelegenheid geven om het akkoord of een ander akkoord door te voeren. May wilde aanvankelijk dat de datum werd verplaatst naar 30 juni, maar de Europese Unie verplaatsten dit naar 22 mei. Een voorwaarde was dat het Verenigd Koninkrijk voor 29 maart met een akkoord zou komen en anders tot 12 april de gelegenheid had om het EU-lidmaatschap op te zeggen of langer uitstel te vragen. De reden hiervoor was dat de Europese Parlementsverkiezingen 2019 zouden plaatsvinden tussen 23 en 26 mei. Als het Verenigd Koninkrijk tot 30 juni in de Europese Unie zou blijven, moest het land ook meedoen aan de verkiezingen. Aangezien dit slecht was voor het vertrouwen in de politiek werd gekozen

Met het akkoord over de uitstel moesten alle landen instemmen. Aanvankelijk werd gedacht dat de landen waar eurosceptische partijen aan de macht waren, zoals Italië, Polen en Hongarije, tegen zouden stemmen. Deze landen stemden uiteindelijk voor, aangezien ze een goed verdrag wilden voor het VK en wilden weten wat de daadwerkelijke gevolgen voor een land zijn als deze uit de Europese Unie stapt. Frankrijk wilde aanvankelijk tegenstemmen. Volgens de Franse president Emmanuel Macron hield het blijven van VK in de EU zijn plan tegen om de samenwerking tussen de EU-lidstaten intensiever te maken. Uiteindelijk werd Frankrijk overgehaald.

Op 5 april vroeg May opnieuw uitstel aan voor de Brexit. Hoewel Frankrijk zo snel mogelijk de Brexit achter de rug wilde hebben, gaven vooral de handelspartners van het VK aan bij een langer uitstel gebaat te zijn. Onder deze handelspartners vielen onder meer Nederland, België, Ierland, Denemarken en Duitsland. Op een speciale EU-top werd besloten de Brexit uit te stellen naar 31 oktober. Het VK moest dan wel meedoen aan de Europese Parlementsverkiezingen, maar hoefde geen eurocommissaris te sturen en mocht niet dwarsliggen bij begrotingen en wetsvoorstellen.

Stemmingen over alternatieve opties

Op 27 maart werd er door het Brits parlement maar liefst acht keer over de Brexit gestemd. De stemmingen waren als volgt:

Wetsvoorstel Voor Tegen Aangenomen?
over het uittreden uit de EU zonder akkoord (no-deal Brexit) 160 400 Nee
over het uittreden uit de EU, maar de douane-unie en afspraken Europese markt behouden 188 283 Nee
over het uittreden uit de EU, maar de afspraken Europese markt behouden 65 377 Nee
over het uittreden uit de EU, maar de douane-unie behouden 264 272 Nee
over het uittreden uit de EU, maar de douane-unie en de meeste afspraken Europese markt behouden 237 307 Nee
over het blijven in de EU 184 293 Nee
over een tweede Brexit-referendum 268 295 Nee
over het uittreden uit de EU, maar alle EU-afspraken behouden en tegelijk onderhandelen voor een nieuw vrijhandelsverdrag 139 422 Nee

Derde stemming over Mays deal

John Bercow, de voorzitter van het Britse Lagerhuis

De derde stemming over de deal van May was op 1 april 2019. Aanvankelijk wilde dat de voorzitter van het Brits parlement, John Bercow, dat dit niet doorging. Bercow beriep zich op een zeer oude wet, waarin staat dat een wetsvoorstel maximaal twee keer door het parlement mag. Bercow en May wisten een akkoord te treffen, door alleen een deel van de deal als wetsvoorstel in te dienen en het andere deel later in te dienen. Hierdoor stemde men alleen over het uittredingsakkoord, aangezien May vond dat de meeste parlementariërs het daarmee eens waren. Bij de stemming stemde meer mensen tegen dan voor, waardoor de deal niet doorging.

May wilde deal aanvankelijk nog een keer door het parlement sturen. Aangezien veel parlementsleden van haar eigen partij, de Conservative Party, tegen de deal waren, zocht ze de hulp van de grootste oppositiepartij, de Labour Party. May probeerde met Jeremy Corbyn te onderhandelen, maar de onderhandelingen sneuvelde. Corbyn wilde dat het VK onderdeel bleef van de Europese markt en riep zelfs voor een referendum, waarin het volk mocht kiezen welke vorm van Brexit ze wilden. May vond dat Corbyn niet ver genoeg ging.

Europese Parlementsverkiezingen

De Brexit Party werd de grootste partij in het Verenigd Koninkrijk tijdens de Europese verkiezingen.

Aangezien het Verenigd Koninkrijk pas 31 oktober ging vertrekken, moest het land meedoen aan de Europese Parlementsverkiezingen 2019 op 23 mei. Een dag ervoor dat May aangekondigd te stoppen als premier per 7 juni. De Europese Parlementsverkiezingen bleken desastreuze gevolgen te hebben voor de grootste partijen. Dat de Conservative Party zou verliezen, had men verwacht, maar ook de Labour Party leek steun te verliezen. Veel partijleden vonden de koers van Corbyn te soft en wilde een partij die juist vóór de Europese Unie was en erin wilde blijven. Labour had tot aan dan altijd de Brexit gesteund, aangezien het in een referendum was besloten. Veel mensen die normaal op Labour zouden stemden, stemden daarom nu op de pro-Europese Liberal Democrats.

Vanuit de Conservative Party was er juist een stormloop naar de nieuwe Brexit Party. Aangezien aan de Brexit geen einde leek te komen, besloot Nigel Farage zijn pensioen te staken en de nieuwe Brexit Party op te richten. Dit was de opvolger van de UK Independence Party, maar richtte zich enkel op de Brexit zelf.

Het Verenigd Koninkrijk heeft standaard 73 zetels in het Europees Parlement, die verdeeld worden onder de Britse partijen. Hieronder staat de uitslag:

Partij Mening over Brexit Zetels vóór
de verkiezingen
Zetels ná
de verkiezingen
Verschil Europese groep
Brexit Party Vertrekken zonder (Mays) deal 0 29 +29 Geen
Liberal Democrats Blijven 1 16 +15 Renew Europe
Labour Party Vertrekken (maar blijven in de Europese markt) 20 10 -10 S&D
Green Party of England and Wales Blijven 3 7 +4 De Groenen/EVA
Conservative Party Vertrekken (met Mays deal) 19 4 -15 ECH
Scottish National Party (SNP) Blijven 2 3 +1 De Groenen/EVA
Plaid Cymru Blijven 1 1 - De Groenen/EVA
Sinn Féin Blijven 1 1 - GUE/NGL
Democratic Unionist Party (DUP) Vertrekken (liefst zonder deal) 1 1 - Geen
Alliance Party of Northern Ireland (APNI) Blijven 0 1 +1 Renew Europe

Aftreden van May en aantreden van Johnson

Boris Johnson volgt Theresa May op als premier van het Verenigd Koninkrijk

Nadat de onderhandelingen met Labour over de Brexit-deal mislukt waren, kwam Mays positie in gevaar. May kwam met een nieuw Brexit-voorstel, maar Labour gaf aan dit niet te steunen. Verschillende partijleden van de Conservative Party vroegen haar af te treden, maar dit gebeurde niet. Uiteindelijk trad de fractieleider van het Huis van Afgevaardigden af op 22 mei. Op 24 mei gaf May uiteindelijk toe en zei op 23 juli af te treden als premier. Volgens haar moest iemand anders de Brexit regelen, aangezien ze er zelf niet tot in staat was. De populariteit van May was al weken aan het dalen en zowel voor- als tegenstanders van de Brexit vonden haar een slechte premier.

Na een interne stemming in de partij, kozen de leden van de Conservative Party uiteindelijk voor Boris Johnson als hun nieuwe partijleider. Johnson is voorstander van een harde Brexit, maar beloofde een deal te maken met de EU voor meer steun (zowel onder de bevolking als in het parlement). Zijn belofte was dat het VK hoe dan ook de EU zou verlaten op 31 oktober. Johnson werd automatisch de nieuwe premier van het VK, aangezien in het VK het ongebruikelijk is verkiezingen te houden wanneer een kabinet is gevallen.

Johnsons voorstel

Johnson wilde sowieso een regeling treffen voor grens tussen Ierland en Noord-Ierland. Eerst wilde hij vasthouden aan de afspraken van Theresa May en vervolgens een onzichtbare grens met camera's plaatsen. Uiteindelijk was zijn voorstel, na onderhandelingen met de EU, om Noord-Ierland onderdeel te laten blijven van de Europese Unie en dat de rest van het VK uit de EU zou stappen. Hierdoor zou er geen grens nodig zijn in Noord-Ierland, aangezien de douanecontroles plaats zouden vinden in de havens. De EU-wetgeving zou gelden in Noord-Ierland, maar Noord-Ierland bleef onderdeel van het VK. Volgens Johnson mocht Noord-Ierland om de vijf jaar stemmen over deze situatie (bijvoorbeeld in een referendum) en alleen bij twee derde meerderheid de EU verlaten. De Democratic Unionist Party, die de regering steunde, voelde hier niets voor en vreesde dat Noord-Ierland uiteindelijk onderdeel zou worden van de Republiek Ierland. Zowel de EU als Ierland zelf zagen hier wel iets voor.

De band tussen Johnson en het parlement verslechterde ondertussen. Verschillende belangrijke leden werden ontslagen of verlieten uit protest de partij; onder wie zijn broer Jo Johnson. Boris Johnson begon te onderhandelen met de Ierse premier Leo Varadkar. Zij bereikten een akkoord over de grens. Johnson paste de deal van Theresa May aan. Nog steeds was er geen steun in het parlement over de Brexit. Johnson had belooft dat het VK op 31 oktober uit de EU zou stappen, maar vond het onverstandig om zonder akkoord uit te treden. Op 22 oktober stemde het parlement in met een uitstel. Diezelfde dag werd een akkoord aangenomen om verkiezingen uit te schrijven.

Verkiezingen

Een protest tegen Brexit eind 2019

Op 12 december 2019 waren er verkiezingen, waarbij de Conservative Party de absolute meerderheid haalde. Hoewel de Brexit Party van Farage hoog in de peilingen stond, behaalde de partij geen zetels in het parlement. Veel mensen stapten over naar Johnson, aangezien Farage als te extreem gezien werd. De Labour Party verloor een hoop zetels. Vermoedelijk was dit doordat Corbyn als te extreem gezien werd. Ook was hij constant aan het discussiëren met de Liberal Democrats, terwijl veel mensen vonden dat de twee partijen moesten samenwerken. Hierdoor kwamen veel Labour-stemmers nog geen eens opdragen! Corbyn kondigde zijn ontslag aan na de verkiezingen.

Uiteindelijke vertrek

Op 19 december 2019 werd Johnson's deal goedgekeurd door het Lagerhuis en op 20 en 21 december door het Hogerhuis. De parlementen van Schotland, Noord-Ierland en Wales stemden tegen, maar dit maakte niets uit voor het vertrek. Op 29 januari 2020 ging ook het Europees Parlement akkoord met de deal.

Op 31 januari 2020 stapte het Verenigd Koninkrijk formeel uit de Europese Unie. Dit betekent echter niet dat er geen sprake meer was van vrijhandel. Tot het einde van 2020 gingen de maatregelen stapsgewijs in. Het Verenigd Koninkrijk verloor haar zetels in het Europees Parlement en de Europese vlaggen werden in het land neergehaald (net als de Britse vlaggen bij de EU-gebouwen). Tussen de officiële uitstap en het einde van het jaar werd er onderhandeld over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK.

Transitieperiode

In 2020 gold nog een korte transitieperiode. Tijdens deze periode werd onderhandeld over nieuwe regels, terwijl de oude regels nog even golden. Deze transitieperiode liep niet soepel, aangezien kort na het uittreden de wereldwijde coronapandemie uitbrak. Hierdoor lagen de onderhandelingen stil en brak een economische crisis uit. Door de pandemie moesten veel bedrijven dicht, waardoor een groot deel van de economie platlag. Het handelsakkoord liep ook vertraging op, aangezien landen te druk bezig waren met maatregelen.

Tijdens de onderhandelingen met de Europese Unie waren er aantal belangrijke punten:

  • Ten eerste moest er een nieuw visserijverdrag gesloten worden, zodat Europese schepen ook in Britse wateren en rond de Kanaaleilanden konden vissen. Vooral veel Franse vissers waren bang dat goedkope Britse vis de Europese markt zou binnenkomen. Uit protest besloten zij zelfs de Franse havens voor Britse vissers te blokkeren.
  • Ten tweede moest er duidelijkheid komen over Gibraltar. Gibraltar is een Brits overzees gebied, maar grenst aan Spanje. Vooral voor Spanje was Gibraltar een gevoelig onderwerp. Op het laatste moment werd hierover een akkoord bereikt. Gibraltar werd geen onderdeel van de Europese Unie of de Schengenzone, maar ging wel grotendeels aan de voorwaarden voldoen. Hierdoor kregen inwoners van Gibraltar vrijwel dezelfde rechten als andere EU-burgers. Ook zij mogen vrij reizen door de EU, werken in andere EU-landen, etc.
  • Ten derde speelde de grens tussen Noord-Ierland en Ierland een grote rol. Ierland is een EU-lidstaat, terwijl Noord-Ierland onderdeel is van de Europese Unie. In het Goedevrijdagakkoord werd besloten dat de grens tussen beide landen open is. Zo kwam er een einde aan een jarenlang conflict in Noord-Ierland. Door Brexit zou de grens weer sluiten moeten, waardoor het conflict zou kunnen oplaaien. Uiteindelijk werd besloten de grens op te houden en meer controles tussen Noord-Ierland en de rest van het Verenigd Koninkrijk te houden. Een deel van de Noord-Ierse bevolking was hier tevreden mee, terwijl een ander deel juist boos hierover was. Dit leidde alsnog tot verschillende conflicten in Noord-Ierland en tussen het VK en de EU. In 2023 kwam er een nieuw akkoord die de handelsproblemen oplost.

Gevolgen

Voor het Verenigd Koninkrijk

Een demonstrant met een boord "Brexit: Is het het waard?" Nog altijd is dit een vraag die een belangrijke rol speelt in de Britse samenleving.

Brexit is (anno 2023) nog altijd een belangrijk onderwerp in de Britse politiek en samenleving. Het zorgt nog altijd voor veel verdeeldheid binnen het land. Dit komt doordat veel mensen een uitgesproken mening hebben over Brexit. Sommige zijn er vóór, terwijl anderen juist erg tegen zijn. Ook is er een verschil per regio. Noord-Ierland, Schotland, Gibraltar en Londen zijn de grootste tegenstanders van de Brexit, aangezien zij veel baat bij het EU-lidmaatschap hebben. Deze regio's krijgen veel EU-steun of zijn belangrijk voor de handel. De landelijke gebieden in Engeland zijn juist groot voorstander, aangezien zij juist veel baat hebben bij Brexit. In deze gebieden hopen inwoners juist dat Brexit ervoor zorgt dat bedrijven terugkeren naar het Verenigd Koninkrijk, waardoor meer werk ontstaat.

Het is onduidelijk wat precies de gevolgen van Brexit zijn. Brexit viel namelijk samen met twee economische crises (de Coronapandemie en de crisis na de Russische invasie van Oekraïne). Hierdoor is onduidelijk wat door Brexit veroorzaakt is en wat door de andere twee crises. Wel is duidelijk dat het Verenigd Koninkrijk harder getroffen werd door inflatie dan andere G7-landen. Er zijn grotere tekorten aan producten en personeel. Ook ontstaan (mede door Brexit) veel stakingen in het Verenigd Koninkrijk. Het importeren van producten is duurder geworden, terwijl de Britten niet meer producten gingen uitvoeren. Ook daalde het aantal investeringen van bedrijven.

Voor Europa

Franse demonstranten protesteren voor een Frexit in 2019.

In 2016 ontstonden in andere Europese landen ook bewegingen om de Europese Unie te verlaten. In Nederland wilde Geert Wilders (PVV) en later Thierry Baudet (FvD) een gelijk referendum over het verlaten van de Europese Unie (de Nexit). In Frankrijk was Marine Le Pen een belangrijke voorstander van de zogeheten Frexit. Ook in o.a. Italië en Zweden ontstonden bewegingen die veel populariteit kregen. In geen enkel ander land werden er stappen genomen om de Europese Unie te verlaten. Ook werden er geen referenda over dit onderwerp gehouden. Dit kwam deels doordat landen wilden afwachten wat er met het Verenigd Koninkrijk zou gebeuren.

Aan de andere kant kwam er ook een tegenbeweging op veel Europese landen. Deze mensen wilden juist in de Europese Unie blijven. In 2017 speelde Brexit een belangrijke rol bij de verkiezingen in Nederland en Frankrijk. Hoewel Wilders en Le Pen veel stemmen wonnen, werden zij niet de winnaar. De pro-EU-kandidaat Emmanuel Macron werd gekozen tot president van Frankrijk, terwijl Mark Rutte in Nederland een derde regering kon vormen. Tijdens de Europese verkiezingen van 2019 wonnen anti-EU-partijen wel zetels, maar lang geen meerderheid. Sinds 2016 is ook het vertrouwen onder de bevolking in de Europese Unie gestegen; mede door de Europese samenwerking tijdens de coronapandemie en de Russische invasie van Oekraïne. Hierdoor verdween Brexit ook meer naar de achtergrond.

Minister Stef Blok met "het Brexitmonster" in een campagne om Nederlandse bedrijven op de hoogte te stellen dat Brexit er aankomt in 2019.

Ondertussen moesten EU-lidstaten ook maatregelen nemen. Zo moesten meer controles komen in de havens van Rotterdam en Antwerpen en moesten (handels)bedrijven zich voorbereiden voor extra papierwerk. Bij de Kanaaltunnel ontstonden lange rijen, aangezien de controle een stuk strenger werd. Veel Britten in andere EU-landen en EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk moesten ook maatregelen nemen. EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk kwamen in aanraking voor de Britse nationaliteit. Veel EU-landen troffen regelingen voor Britse staatsburgers, zodat zij alsnog in de Europese Unie konden blijven wonen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Brexit&oldid=798169"