Getto Theresienstadt

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Getto Theresienstadt

Czech-2013-Terezin-Theresienstadt-Arbeit macht frei.JPG

Toegangspoort van Theresienstadt
Periode 24 november 1941 - 8 mei 1945
Type kamp Ghetto, werkkamp
Plaats Terezín, protectoraat Bohemen en Moravië, Vlag van Tsjechië Tsjechië
Mensen
Beheerder Vlag van de NASDP, Nazi-Duitsland Nazi-Duitsland
Kampcommandant Siegfried Seidl, die op 3 juli 1943 werd vervangen door Anton Burger. Burger werd in januari 1944 overgeplaatst en vervangen door Karl Rahm; Rahm bestuurde het getto totdat de SS op 5 mei 1945 vluchtte.
Gevangenen Joden
Doden 33.000 in Theresienstadt

88.000 gedeporteerd naar vernietigingskampen

Portaal Portal.svg Tweede Wereldoorlog

Het ghetto van Theresienstadt werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de SS gesticht in de vestingstad Terezín, in het protectoraat Bohemen en Moravië (in het door Duitsland bezette Tsjechoslowakije), ongeveer 70 kilometer ten noorden van Praag. Het ligt tevens in het Sudetenland (Duitstalige regio van Tsjechoslowakije). Theresienstadt werd daarmee een soort concentratiekamp en tussenstation naar de vernietigingskampen. De omstandigheden in de vestingstad waren opzettelijk ontworpen om de dood van de gevangenen te bespoedigen, en het getto vervulde ook een propaganda-rol. In tegenstelling tot andere getto's was de uitbuiting door dwangarbeid economisch niet erg aanwezig, maar de leefomstandigheden waren erbarmelijk. Zo had het getto te maken met ziektes als roodvonk, tyfus, difterie, polio of encefalitis; koud weer in de herfst vergrootte het luizenprobleem.

Het getto werd op 24 november 1941 door de SS gesticht. Hierbij kwam het eerste transport van Tsjechische Joodse mannen aan. Zij moesten voorbereidingen treffen voor de vele Joden die nog zouden volgen. Zo repareerden en verbeterden ze bijvoorbeeld het waterleidingsysteem. De eerste Duitse en Oostenrijkse Joden arriveerden in juni 1942; In 1943 kwamen er Nederlandse joden (vanuit Westerbork) en Deense joden aan, en in de laatste maanden van de oorlog werden gevangenen van een grote verscheidenheid aan nationaliteiten naar Theresienstadt gestuurd. Gedeporteerden naar het getto moesten alle bezittingen inleveren, behalve 50 kilogram bagage, die ze moesten meenemen vanaf het treinstation van Bauschowitz (Bohušovice), 2,4 kilometer verderop; de wandeling was moeilijk voor oudere en zieke joden, van wie velen tijdens de reis stierven. Bij de toegangspoort (sluis) werden ze geregistreerd en werden hun resterende bezittingen ontnomen. Joden woonden in de elf kazernes in het fort, terwijl burgers de 218 burgerhuizen bleven bewonen.

Onder andere Adolf Eichmann en Reinhard Heydrich keurden dit plan goed. Op de Wannseeconferentie op 20 januari 1942 kondigde Heydrich aan dat Theresienstadt zou worden gebruikt om joden boven de 65 jaar uit het Reich te huisvesten. Later bood Theresienstadt ook onderdak aan ‘prominente’ joden wier verdwijning in een vernietigingskamp teveel de aandacht uit het buitenland zou kunnen trekken. Om de slachtoffers een vals gevoel van veiligheid te geven, beweerde de SS dat Theresienstadt een ‘kuuroord’ was waar joden met pensioen konden gaan, en moedigde hen aan om (frauduleuze) huisaankoopcontracten te ondertekenen, ‘waarborgen’ te betalen voor huur en kost en inwoning, en hun leven, verzekeringspolissen en andere bezittingen op te geven. Later werd ook het Rode Kruis voor de gek gehouden, doordat de Duitsers de zaken mooier voordeden dan dat ze waren.

Ongeveer 33.000 mensen stierven in Theresienstadt, voornamelijk door ondervoeding en ziekte. Meer dan 88.000 mensen werden daar maanden of jaren gevangen gehouden voordat ze naar vernietigingskampen en andere moordplaatsen werden gedeporteerd met goederentreinen. De Joodse Raad (Judenrat) speelde hierbij een rol bij de keuze van degenen die moesten worden gedeporteerd. Dit heeft tot aanzienlijke controverses (tegenstrijdige meningen) geleid.

Het eerste transport vanuit Theresienstadt vertrok op 9 januari 1942 naar het getto van Riga.

Einde van het getto-tijdperk

Het Rode Kruis nam het bestuur van het getto over en verwijderde op 2 mei 1945 de SS-vlag; de SS vluchtte op 5 en 6 mei. Op 8 mei voerden troepen van het Rode Leger schermutselingen met Duitse troepen buiten het getto en bevrijdden het om 21.00 uur. Op 11 mei arriveerden Sovjet-medische eenheden om de leiding over het getto over te nemen.

Het totale aantal overlevenden bedroeg ongeveer 23.000, waaronder 4.000 gedeporteerden die het overleefden.

Tegenwoordig is er het Terezín Ghetto Museum dat jaarlijks door 250.000 mensen wordt bezocht.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Getto_Theresienstadt&oldid=862891"