Ontwikkelingsmateriaal
Jonge kinderen (baby's, peuters, kleuters) leren door dingen te ontdekken en er mee te spelen. Het materiaal (speelgoed) waarmee ze dat doen wordt ontwikkelingsmateriaal genoemd. Het leert op die manier de wereld om zich heen te ontdekken. Vooral het zelf kunnen aanraken (voelen), zien, horen, ruiken en zelfs proeven activeert de zintuigen en is goed voor de ontwikkeling van de fijne en grove motoriek. Ook leert het kind passen en meten. Niet alleen van het ene voorwerp in het andere passen, maar ook of het zelf ergens door past, zoals een hoepel. Dit wordt ook wel doorleven en het opdoen van leerervaringen genoemd. Op latere leeftijd gaat ook het geheugen steeds meer een rol spelen, zoals bij memoryspellen. Ook voor de sociale vaardigheden en de taalontwikkeling speelt ontwikkelingsmateriaal een belangrijke rol. Vanwege de veiligheid moeten deze ontwikkelingsmaterialen aan strenge eisen voldoen en duurzaam zijn.
Goed ontwikkelingsmateriaal daagt kinderen uit tot actie en onderzoek (nieuwsgierigheid). Wanneer je een kind vrij laat spelen, zie je hoe het de dagelijkse belevingen omzet in spel. Situaties worden nagebootst. Soms kan een voorwerp een hele andere functie krijgen in de ogen van een kind.
Het eerste ontwikkelingsmateriaal werd ontwikkeld door Friedrich Fröbel. Ook Maria Montessori ontwikkelde eigen materialen.
Functies
- Ontwikkelen van de motoriek
- Produceren en construeren
- Vormgeven
- Zand: taarten bakken, zeven, berg maken, mozaïekfiguren.
- Water: havenspel, spelen met sop, drijven en zinken, waterloop.
- Materialen om te tekenen en te schilderen.
- Werken met papier
- Materialen voor knutselen en timmeren
- Problemen oplossen
- Mozaïekmateriaal (Tangram)
- inlegpuzzels, vormenplanken en vormendozen
- Speelleermaterialen (spellen)
- Lotto’s
- Puzzels
- Memory
- Domino
- Werkbladen
- Rollenspel
- Verkleedspullen
- Poppen en toebehoren als poppenwagen, wiegje
- Naar de realiteit gevormd materiaal als autootjes