Tweede Kamerverkiezingen

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Tweede Kamerverkiezingen zijn de verkiezingen waarmee de Tweede Kamer gekozen wordt. De Tweede Kamer is een van de twee kamers van het Nederlands parlement (Staten-Generaal). De Tweede Kamer wordt rechtstreeks door de Nederlandse bevolking gekozen. Normaal gesproken vinden de Tweede Kamerverkiezingen om de vier jaar plaats. Toch kan men ook vervroegde verkiezingen uitschrijven. Dit gebeurt vaak als het kabinet gevallen is.

De Tweede Kamerverkiezingen hebben ook invloed op welke partijen er in de regering komen en wie premier van Nederland wordt.

Geschiedenis

Ontstaan

De Tweede Kamer is ontstaan in 1815. Toen was Nederland nog een absolute monarchie, waarin de koning vrijwel alle macht in handen had. De Tweede Kamer was bedoeld om het volk te vertegenwoordigen. Toch konden enkel rijke mannen stemmen en zich verkiesbaar stellen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dit kwam erop neer dat slechts een zeer klein deel van de bevolking kon stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dit wordt censuskiesrecht genoemd en hield in dat alleen mannen die genoeg verdienden konden stemmen.

Toentertijd werd de Tweede Kamer ook verkozen door middel van een districtenstelsel. Nederland was verdeeld in 100 gebieden (kiesdistricten). Ieder kiesdistrict werd vertegenwoordigd met één Tweede Kamerlid. Hierdoor had ieder kiesdistrict ook aparte kieslijsten met eigen kandidaat. Wie een meerderheid van de stemmen kreeg in een kiesdistrict, werd lid van de Tweede Kamer. Hierdoor zagen de stembiljetten er per kiesdistrict ook anders uit.

Invoering van het algemeen kiesrecht

In 1887 werd het stemrecht voor de Tweede Kamerverkiezingen uitgebreid door het caoutchouc-artikel. Daarmee werd waarschijnlijk bedoeld dat je dat artikel op verschillende manieren kon uitleggen en toepassen. Om te kunnen stemmen moest je man zijn, kunnen lezen en schrijven en niet afhankelijk zijn van armenzorg. Tegen 1890 kon 14% van de bevolking stemmen en tegen 1910 was dit uitgebreid naar 65%. Hierdoor werden ook de midden- en lage inkomens in de Tweede Kamer vertegenwoordigd.

In 1917 werd uiteindelijk het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd. Hierdoor konden alle mannen ongeacht hun inkomen stemmen én zich verkiesbaar stellen.

Aan het einde van de 19e eeuw wilden ook vrouwen stemrecht. Zij richtten verschillende verenigingen op en hielden demonstraties. Uiteindelijk werd in 1917 het passief vrouwenkiesrecht ingevoerd. Dit betekent dat vrouwen zich wel verkiesbaar konden stellen, maar zelf niet konden stemmen. Het actief vrouwenkiesrecht (waardoor vrouwen ook zelf konden stemmen) werd pas in 1922 ingevoerd.

In 1917 werd ook het districtenstelsel afgeschaft. Sindsdien is er in heel Nederland dezelfde kieslijst. Overigens was er voor de Tweede Kamerverkiezingen vanaf 1917 en 1970 ook een opkomstplicht. Dit betekent dat alle kiesgerechtigden zich verplicht bij het stembureau moesten melden en een stembiljet inleveren. Zij mochten dit wel blanco inleveren. Tegenwoordig is dit niet meer het geval.

Kiesleeftijd

Oorspronkelijk moest je in Nederland minstens 25 jaar oud zijn om te kunnen stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen. In 1946 werd dit verlaagd naar 23 jaar en in 1963 naar 21 jaar. Sinds 1972 moet je minstens 18 jaar zijn om te kunnen stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen.

Toch waren er andere leeftijden om je kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Oorspronkelijk moest je minstens 30 jaar oud zijn. Dit werd in 1963 verlaagd naar 25 jaar en in 1971 naar 21 jaar. Sinds 1983 moet je minstens 18 jaar oud zijn om je kandidaat te stellen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Hierdoor verdween het verschil in de kiesleeftijd tussen stemmen en kandidaatstelling.

Kiesrecht

Stemmen

Een verkiezingsdebat voor de Tweede Kamerverkiezingen 1971

Voor het stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen gelden de volgende regels:

  • Je moet de Nederlandse nationaliteit hebben.
  • Je moet minstens 18 jaar oud zijn op de dag van de verkiezingen.
  • Je moet niet uitgesloten zijn van het kiesrecht. Dit gebeurt enkel in uitzonderlijke gevallen na uitspraak van de rechter.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen kunnen behalve de inwoners van Nederland ook die van Bonaire, Saba en Sint Eustatius stemmen, want deze eilanden horen ook bij het Koninkrijk. Verder is er een mogelijkheid voor Nederlanders in het buitenland om te stemmen. Nederland heeft geen aparte kieslijsten per kiesdistrict. Overal in Nederland staan daardoor dezelfde kandidaten op de kieslijst. Bij het stemmen krijg je een stembiljet, waarop je het bolletje bij één kandidaat met een rood potlood inkleurt.

Stemmen kan in Nederland op verschillende manieren:

  • Bij het stemlokaal: In iedere gemeente zijn er meerdere stemlokalen. Vaak zitten deze in openbare gebouwen, zoals het stadshuis, stations, bibliotheken, sportverenigingen of buurthuizen. Dit de meest gebruikelijke manier van stemmen, aangezien je hiervoor niets hoeft te regelen. Je krijgt een stempas via de post, levert deze in bij het stemlokaal, krijgt een stembiljet en levert deze in een gesloten box in.
  • Via post: Het is ook mogelijk om via de post te stemmen. Poststemmen wordt bijvoorbeeld door Nederlanders in het buitenland gedaan, aangezien zij geen toegang tot een stemlokaal hebben. Zij krijgen een stembiljet opgestuurd, vullen deze in en zenden het via de post weer terug. Vaak gebeurt dit al voor de verkiezingen en moet aangevraagd worden.
  • Via machtiging: Het is mogelijk om iemand anders voor jouw te machtigen, zoals een vriend of familielid. Deze kan voor jouw stemmen en kan via DigiD geregeld worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je tijdens de dag van de verkiezingen niet kan stemmen, bijvoorbeeld door vakantie.

Verkiesbaar stellen

Voor het verkiesbaar stellen gelden de volgende regels:

  • Je moet de Nederlandse nationaliteit hebben.
  • Je moet minstens 18 jaar oud zijn op de dag van de verkiezingen.
  • Je moet niet uitgesloten zijn van het kiesrecht.
  • Je moet je aanmelden voor een bepaalde kieslijst.

Op het stembiljet staan de kandidaten namelijk verdeeld over verschillende kieslijsten. Dit zijn meestal politieke partijen. Om je kandidaat te stellen meldt je dan ook vaak aan bij een politieke partij. Je kunt ook zelf een politieke partij oprichten. Ook is het mogelijk om via een blanco lijst te doen. Deze laatste twee manieren zijn meer werk, waardoor de meeste kandidaten zich voor een reeds bestaande politieke partij aanmelden.

De politieke partijen maken vaak nummering. De partijleider staat vaak als lijsttrekker bovenaan de kieslijst op nummer 1. Daaronder staan veel bekende leden. Vaak zijn dit politici die al in de Tweede Kamer of een andere volksvertegenwoordiging (zoals de Eerste Kamer of het Europees Parlement) zitten. Helemaal onderaan hebben veel partijen een bekend persoon als lijstduwer staan. De lijstduwer bestaat om meer stemmen te trekken, maar ziet vaak van zijn/haar zetel af. Kandidaten onderaan in de lijst hebben minder kans om in de Tweede Kamer te komen, maar kunnen wel met voorkeursstemmen gekozen worden.

Verloop

Voorbereidingen

Een groot bord met campagneposters van partijen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2012

De Tweede Kamerverkiezingen vergen enige mate van voorbereiding. Deze voorbereiding is nodig om de verkiezingen mogelijk te maken en goed te laten verlopen. Enkele maanden voor de verkiezingen kunnen partijen en kandidaten zich aanmelden bij de Kiesraad. Dit moet gebeuren voor een bepaalde datum, waarna de Kiesraad de definitieve kandidatenlijst bekendmaakt. Al ruim voor de verkiezingen is dus bekend welke partijen en kandidaten meedoen.

Dit geeft partijen en kandidaten de tijd om campagne te voeren. Campagne voeren gebeurd op verschillende manieren. Zo worden campagneposters geplakt, advertenties op internet en in kranten geplaatst, worden campagnespotjes op televisie getoond en worden interviews afgenomen met kandidaten. De lijsttrekker dient vaak als het gezicht van de partij, waardoor hij/zij het meeste wordt uitgenodigd op landelijke televisie. Vaak zijn er vlak voor de verkiezingen ook televisiedebatten met de belangrijkste kandidaten. Zij discussiëren met elkaar over allerlei zaken en proberen kiezers te overtuigen.

Ook worden enkele weken voor de verkiezingen alle stempassen verzonden. De stempas is nodig om te kunnen stemmen. Nederlanders die iemand willen machtigen of via post willen stemmen moet dit zelf van tevoren regelen.

Dag van de verkiezingen

Een voorbeeld van een stemlokaal

Op de dag van de verkiezingen open 's ochtends in heel Nederland stemlokalen. In een stemlokaal zitten vrijwilligers die helpen. Een kiesgerechtigde stemt op de volgende manier:

  1. De kiesgerechtigde geeft de stempas aan het stemlokaal. Ook moet hij/zij zijn/haar identiteitsbewijs, rijbewijs of paspoort laten zien om te bevestigen dat hij dat daadwerkelijk is.
  2. De kiesgerechtigde krijgt vervolgens een opgevouwen stembiljet en loopt naar het stemhokje. Dit stemhokje is een soort van pashokje met een klein bureau en een rood potlood. Sinds enkele jaren worden ook gratis rode potloodjes gegeven.
  3. De kiesgerechtigde opent het stembiljet en kleurt één bolletje bij hun favoriete kandidaat in. Hiervoor mogen ze de tijd nemen. Bij een fout kunnen ze een nieuw stembiljet aanvragen.
  4. Na afloop vouwen ze het stembiljet weer op en stoppen het in de stembus. Deze stembus is een grote doos, waarin de stemmen verzameld worden. Op het stembiljet staat geen naam, aangezien er kiesgeheim is. Niemand weet dus wat je hebt gestemd. De stembus zit op slot en wordt pas als het stemlokaal is gesloten geopend.
Het tellen van de stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 2021

Kiesgerechtigden kunnen tot 's avonds laat stemmen. Wanneer de stemlokalen sluiten, worden de stembussen geopend en tellen vrijwilligers de stemmen met de hand. Bij het tellen van de stemmen mag je ook aanwezig zijn. Wanneer de stemmen zijn geteld wordt dit doorgegeven aan de kiesraad. Dit is een voorlopige kiesuitslag. De definitieve uitslag wordt pas weken later bekend, aangezien er soms nog herteld moet worden.

Zodra de stemlokalen sluiten vindt er meestal een speciale televisie-uitzending plaats. Deze uitzending toont de voorlopige uitslag. Tijdens de avond druppelen de uitslagen van de gemeenten een voor een binnen. Ook wordt er gekeken naar exit polls (oftewel metingen tijdens de dag). Op basis hiervan kan het programma een "projectie" maken. Met andere woorden, ze kunnen zeggen hoeveel zetels een partij ongeveer gaat kijken. Dit kan echter wel één of twee zetels afwijken.

Na de verkiezingen

Het tellen van de stemmen gaat vaak tot diep in de nacht door. In grotere gemeenten (waar veel mensen stemmen) wordt de uitslag daardoor pas de andere dag bekend. Ook vinden in de dagen erna hertellingen plaats om te zorgen dat er geen fouten zijn. Dit proces duurt nog enkele weken, waardoor de echte uitslag pas dan bekend is. Deze echte uitslag kan (iets) verschillen van de voorlopige uitslag. Zo kan een partij iets meer of iets minder zetels halen.

In 2023 is er voor gekozen om in elke gemeente eerst de stemmen voor elke partij te tellen. De dag erop volgt er een tweede telling waarbij van elke partij de voorkeursstemmen worden geteld.

Het is heel toevallig als een partij precies het aantal stemmen heeft gekregen dat nodig is voor het aantal zetels: er blijven stemmen over! Wat daarmee wordt gedaan lees je bij Kiesdeler.

Pas nadat de definitieve uitslag bekend is, kan de nieuwe Tweede Kamer geïnstalleerd worden.


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Tweede_Kamerverkiezingen&oldid=827475"